Nederlands echtpaar redde Fort Nieuw-Amsterdam

door MARJOLEIN VAN DER GAAG
NIEUW-AMSTERDAM (Suriname) – Overal lege drank- en petflessen, accu´s, autowrakken en totaal vervallen gebouwen onder de schimmel en graffity. Het Openluchtmuseum bij Fort Nieuw-Amsterdam in Suriname leek ruim twee jaar geleden nog op een grote vuilnisbelt. Om te voorkomen dat een belangrijk deel van zowel de Surinaamse als de Nederlandse historie verloren zou gaan, werd het echtpaar Middelbeek op een missie gestuurd. Nu, twee jaar later zit de taak van Evert en Carla erop en staat Fort Nieuw-Amsterdam weer op de kaart.
 
Het was twee jaar lang zwoegen en zweten, maar dat was het meer dan waard. "Het was een geweldige periode, die we zeker niet hadden willen missen”, memoreert Evert Middelbeek, die tot 1 juli nog directeur is van het Openluchtmuseum.
Begin 2008 werd hij door zijn werkgever, de gemeente Amsterdam, gevraagd of hij de klus in Suriname wilde klaren. Zo heeft Amsterdam nauwe banden met Suriname en is de gemeente medefinancier wat betreft het behoud van het culturele erfgoed in de voormalige Nederlandse kolonie.
Na een weekje ter plekke te gaan kijken, besloten Middelbeek en zijn vrouw de uitdaging aan te gaan. "We vonden het super. Wel was de puinhoop op Fort Nieuw-Amsterdam onvoorstelbaar. Maar gelukkig was het een puinhoop met potentie. We konden er in ieder geval doorheen kijken en bedenken hoe het er uit moest komen te zien.”
De eerste maanden bestonden bijna volledig uit puinruimen. "De tuinhandschoenen aan en aan de slag.”
Tegelijkertijd werden bij het Openluchtmuseum twee trajecten opgezet om gedetineerden, die hun straf bijna hadden uitgezeten, en langdurige werklozen, weer aan het werk te krijgen. Hiervoor werd het bekende Amsterdamse concept van Stichting Herstelling gekopieerd.
"Dit leerwerktraject heeft in Amsterdam zijn vruchten afgeworpen en is hier opnieuw succesvol gebleken”, vertelt Middelbeek enthousiast. "Kansloze jongeren leren hier met hun handen te werken. Bovendien zijn ze ook echt hard nodig. Zowel voor het onderhoud van de gebouwen op het Openluchtmuseum als in de stad. Want kijk maar eens hoeveel vervallen gebouwen er wel niet in Paramaribo staan.”
Inmiddels is het museum weer de trots van Nieuw-Amsterdam. De gevangenis, het kruithuis en de oude plantagewoning zijn allemaal in oude luister hersteld. Er worden exposities in het museum georganiseerd, schoolklassen komen voor een educatief schoolreisje langs en ook vinden op het terrein regelmatig feesten en partijen plaats. Het bezoekersaantal is in twee jaar tijd toegenomen van 13.000 naar maar liefst 70.000 bezoekers.
Het echtpaar Middelbeek is echter het meest blij met de mentaliteitsverandering die zij teweeg heeft weten te brengen bij het personeel. "Toen we hier net waren liep ik met een vuilniszak over het terrein. Ongeveer voor de voeten van een bewaker lag een lege fles. Die fles oprapen, geen denken aan! Dat was niet zijn taak; hij was bewaker. Dat was heel typerend”, vertelt de scheidend directeur.

"Die mentaliteit paste precies bij de vervallenheid. Gelukkig hebben we dat weten te veranderen. Vooral door gewoon met het personeel mee te werken. Iedereen deed hetzelfde vuile werk. We zijn al die tijd gewoon collega´s van elkaar geweest. En zo werd een onderlinge band gecreëerd. De medewerkers zijn nu trots op wat we met z´n allen hebben bereikt. Het is "hun” openluchtmuseum geworden en ze willen nu de handen ook uit de mouwen steken.”
De komende maand vieren Evert en Carla nog vakantie in hun tweede thuisland. Daarna zit het Surinaamse avontuur erop. "Wat we dan gaan doen, geen idee. We kunnen alle kanten op. We hebben geen huis meer in Nederland, alleen een opslagbox. We zien wel wat er op ons pad komt.”
 
De Telegraaf, 24 juni 2010