Nederlandse Martine opent eerste hondenpension van Suriname

door MARJOLEIN VAN DER GAAG

 

WANICA (Suriname), maandag
Uitgemergelde honden, gravend in vuilnis langs de kant van de weg, en verongelukte straathonden, die worden platgereden in het wegdek tot je ze niet meer ziet. Veel honden in Suriname lijden daadwerkelijk een hondenleven. Hoe bijzonder is dan ook de opening van het allereerste hondenpension van het land. En jawel, door een Nederlandse dame.

Een spierwitte puppy met blauwe oogjes komt aangewaggeld en snuffelt nieuwsgierig rond. "Dat wordt het hondje van de president!”, vertelt Madhu Ganpat (9) enthousiast. Haar moeder Martine Ganpat – Clemens valt haar lachend bij. "Dat beweert de eigenaar van het diertje tenminste. Maar of dat ook met de heer Bouterse is afgesproken, weet ik niet hoor.”

Het pas vier weken oude hondje logeert samen met haar moeder Jessie en drie zusjes bij hondenhotel Ganpat aan de Indira Ghandiweg in het district Wanica, enkele kilometers onder Paramaribo. Voor omgerekend zo´n vijf tot zeven euro per nacht kunnen baasjes hun hond hier onderbrengen. "Dat lijkt misschien niet veel, maar in Suriname is de positie van de hond heel anders dan die in Nederland. De meeste mensen zijn helemaal niet gewend om iets aan hun hond uit te geven. Veel honden krijgen zelfs nooit hondenvoer, maar alleen het restje van de maaltijd. De rest moeten ze maar bij elkaar sloeberen.”

Dat een hond, zoals in Nederland echt deel uitmaakt van het gezin en nog net niet aan tafel zit, is in Suriname ondenkbaar. "Veel mensen zijn bang of vies van hun eigen hond”, vertelt de 39-jarige Martine, getrouwd met een dierenarts en zelf ook assistente in de dierenkliniek, die naast haar hondenpension is gelegen. 

"Dat komt ook omdat Surinamers een hond meestal niet hebben voor het gezelschap, maar voor de bewaking. Ze zijn vaak bang van hun eigen hond en durven hem niet eens vast te houden als de dierenarts dat even vraagt. Of ze bellen op of de dierenarts misschien bij hen thuis langs kan komen als de hond iets mankeert, want anders wordt hun auto zo vies.”

Toch meent de Nederlandse dat ook in Suriname plaats is voor een hondenpension. "Gelukkig zijn niet alle baasjes hetzelfde. Regelmatig kwamen mensen na de vakantie bij onze praktijk langs met verwaarloosde honden, die waren vermagerd of onder de vlooien en teken zaten. Ze hadden dan aan buren of familie gevraagd om voor de dieren te zorgen, maar dat was dan niet goed gebeurd. Dan was er bijvoorbeeld alleen zo nu en dan wat voer over een hek gegooid. Die baasjes kunnen nu met hun honden bij ons terecht.”

Het handige van hondenhotel Ganpat is ook dat het richting vliegveld Zanderij ligt, waardoor mensen op weg naar de luchthaven hun hond kunnen afleveren. Ook de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM) heeft het pension al eens weten te vinden. Zo was een van de eerste logees een hondje dat aan boord van een vliegtuig was vergeten. "We werden tegen middernacht gebeld door de SLM of ze het beestje hier konden brengen. Het diertje was vanaf hier naar Brazilië gevlogen en weer terug. Niemand had in de gaten dat hij nog in het bagageruim zat. De piloot heeft hem hier toen hoogstpersoonlijk afgeleverd. Twee dagen later hebben ze hem weer opgehaald en is hij opnieuw op de vlucht naar Brazilië gezet.”

Martine verhuisde in 2001 met haar gezin van Nieuwegein naar Suriname. "Mijn man wilde graag een eigen praktijk en in Nederland was dat erg lastig, terwijl ze in Suriname zaten te springen om dierenartsen. Bovendien woonde zijn kant van de familie ook in Suriname. Hij was eigenlijk alleen naar Nederland gekomen om te studeren. Maar ja, toen kwam hij mij tegen.”

Spijt van haar beslissing om Nederland te verruilen voor Suriname heeft ze nooit gehad. "We hebben hier alles wat we willen. Dit is ons thuis. Soms denk ik wel eens: wat kijkt iedereen toch naar me. Dan heb ik zelf niet in de gaten dat ik de enige blanke ben. Ik voel me niet eens anders meer.”

De Telegraaf, 27 september 2010